Vanaf 1 januari 2021 verandert de berekening van de ouderenkorting.
De ouderenkorting wordt inkomensafhankelijk afgebouwd.
Op basis van de voorlopige cijfers wordt vanaf een verzamelinkomen van € 37.970 de ouderenkorting met 15% afgebouwd tot nul.
Tot een verzamelinkomen van € 37.970 krijgt u de volledige ouderenkorting. Die is voor 2021 voorlopig vastgesteld op € 1.703.
U krijgt de ouderenkorting automatisch als u aangifte doet.
Voorbeeld
U hebt in 2021 de AOW-leeftijd en u hebt een verzamelinkomen van € 40.000. De afbouw bedraagt 15% x (€ 40.000 – € 37.970) = € 304. Uw ouderkorting wordt verlaagd tot € 1.399 (€ 1.703 – € 304).
De ouderenkorting wordt automatisch berekend bij uw aangifte inkomstenbelasting.